zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ren·nen
Pluralis: Ren­nen n dat Ren­nen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: rennen
Identieke woorden ››› rennen ❔︎