Uitspraak in het Plat: /vɛtfɔː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wett·fohrt
Pluralis: Wett­fohr­ten f de Wett­fohrt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wett + Fohrt