Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
plusig
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/pluːzɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
plu·sig
plusiger
plusigst
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „plusig”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 3, pagina 338
Holsteiner jüm-gebied:
Hugo Kohbrok:
Der Lautstand des žym-Gebiets in Dithmarschen.
Otto, Darmstadt 1901, pagina 33
PDF, 2,3 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 158
PDF, 28,1 MB
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 98
PDF, 5,1 MB
Nedersaksisch:
mit
Hoor
,
Feddern
etc.
,
de
afstaht
Nederlands:
verward
Engels:
tousled
ruffled
mussed
Duits:
zerzaust
gesträubt
verworren
Voorbeelden:
Du
hest
ja
ganz
plusige
Hoor
!
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
plusen
+
-ig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.