Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Bandrekel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/bantɾɛɪ̯kəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Band·re·kel
Pluralis:
Bandrekels
m
de Bandrekel
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
gebruikt in omgangstaal
figuratief
negatief
level text negative.
Lijst van woorden als deze
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Bandrekel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Salland:
W. Draaijer:
Woordenboekje van het Deventersch dialect.
Nijhoff, ’s-Gravenhage 1896, pagina 3
PDF, 2,5 MB
Groningen:
Helmer Molema:
Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert.
Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 19
PDF, 21,8 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 11
PDF, 28,1 MB
Nedersaksisch:
slechten
Keerl
(
fuul
,
ahn
Döögd
,
snodderig
)
Nederlands:
bandrekel
Engels:
churl
boor
lout
cad
Duits:
Flegel
Rüpel
Bengel
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Band
+
Rekel
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.