Uitspraak in het Plat: /bɾɔːtapəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Braad·ap·pel
Pluralis: Braad­äp­pel m de Braad­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Braad­ap­pels m de Braad­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Braad­ap­peln m de Braad­ap­pel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Synoniemen:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: braden + Appel