Uitspraak in het Plat: /ɔːntfɔːɡəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aant·va·gel
Pluralis: Aant­va­gels m de Aant­va­gel West-groep, Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Aant­vö­gel m de Aant­va­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op’n Diek swemmt en Tucht Aantvagels.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aant + Vagel