Uitspraak in het Plat: /hɔːnbalkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hahn·bal·ken
Pluralis: Hahn­bal­kens m de Hahn­bal­ken
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
de böverst Dweerbalken ünner’t Dack
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hahn + Balken