Uitspraak in het Plat: /tʏfəlmɔːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tüf·fel·ma·ker
Pluralis: Tüf­fel­ma­kers m de Tüf­fel­ma­ker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tüffel + Maker