Uitspraak in het Plat: /bəɾɔu̯p/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Be·roop
Pluralis: Be­rööp m de Be­roop
Pluralis: Be­ro­pen m de Be­roop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik bün von Beroop Discher.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: be- + Roop