Uitspraak in het Plat: /bɾantmuː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Brand·muur
Pluralis: Brand­muurn f de Brand­muur
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Brand + Muur