Uitspraak in het Plat: /halsiːzn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hals·ie·sen
Pluralis: Hals­ie­sen n dat Hals­ie­sen
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hals + Iesen