Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Gebölk
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ɡɛbœlk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Ge·bölk
Niet gebruikt het pluralis
n
dat Gebölk
[1]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Gebölk”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 2, pagina 23
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 111
Nedersaksisch:
Geschree
Nederlands:
gebrul
geschreeuw
Engels:
yelling
shouting
screaming
Duits:
Geschrei
Gerufe
Voorbeelden:
Du
waakst
ja
de
Navers
op
mit
dien
Gebölk
!
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
ge-
+
bölken
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.