Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Nöötboom
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/nøːˑtbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Nööt·boom
Pluralis:
Nöötbööm
m
de Nöötboom
Westfaals
,
Noord-Nedersaksisch
,
Pommersch
,
Pruisisch
Pluralis:
Nöötbomen
m
de Nöötboom
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Nöötboom”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 147
Nedersaksisch:
Boom
,
an
den
Nööt
wasst
Nederlands:
notenboom
Engels:
nut
tree
Duits:
Nussbaum
Voorbeelden:
De
Nöötboom
mutt
ins
wedder
besneden
warrn
.
Thesupermat, CC BY-SA 3.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Nööt
+
Boom
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.