Uitspraak in het Plat: /stɛːdɪçkaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ste·dig·keit
Niet gebruikt het pluralis f de Ste­dig­keit
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
steadiness Meer tonen
Duits:
Beständigkeit Meer tonen

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: stedig + -keit