Uitspraak in het Plat: /muːziːkʃap/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mu·sik·schapp
Pluralis: Mu­sik­schäpp n dat Mu­sik­schapp Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Mu­sik­schäpp m de Mu­sik­schapp
Pluralis: Mu­sik­schap­pen m de Mu­sik­schapp
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Musik + Schapp