Uitspraak in het Plat: /ka͡ɐktiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kark·tiet
Pluralis: Kark­tie­den f de Kark­tiet
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kark + Tiet