Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Bohr
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/bɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Bohren
n
dat Bohr
[1]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Bohr”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Pott:
Heinrich Beisenherz:
Vokalismus der Mundart des nordöstlichen Landkreises Dortmund.
Noske, Borna-Leipzig 1907, pagina 62
PDF, 2,3 MB
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Norden 1904, pagina 36
PDF, 1,6 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 13
PDF, 28,1 MB
Belzig-Teltow:
Willy Lademann:
Wörterbuch der Teltower Volkssprache.
Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 247
Nedersaksisch:
Reedschop
to
’t
Bohren
Nederlands:
boor
Engels:
drill
Duits:
Bohrer
Dolev, CC BY-SA 3.0
Etymologie:
Woord afgeleid van:
bohren
Samengesteld woorden:
Druufbohr
Frittbohr
Rijmwoorden
Identieke woorden ›››
Bohr
❔︎
Böhr
❔︎
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.