Uitspraak in het Plat: /ˈɔɪ̯·ɾoː/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Eu·ro
Pluralis: Eu­ros m de Eu­ro
[1]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Euro is 2002 inföhrt worrn.