Uitspraak in het Plat: /ɡɔˑu̯zkyːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Goos·kü·ken
Pluralis: Goos­kü­kens n dat Goos­kü­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Goos löppt mit en Tucht von acht Gooskükens rüm.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Goos + Küken