Uitspraak in het Plat: /kɛɪ̯napəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Keen·ap·pel
Pluralis: Keen­äp­pel m de Keen­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Keen­ap­pels m de Keen­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Keen­ap­peln m de Keen­ap­pel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Keen + Appel