Achterreep
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈax·tɐˌɾɛːp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Ach·ter·reep
Pluralis:
Achterrepen
n
dat Achterreep
Pluralis:
Achterrepen
m
de Achterreep
[1]
kaart voordoen
perifere woordenschat
obsoleet
landbouw
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Achterreep”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, Band 1, Siet 32
Nedersaksisch:
Reep
an
’n
Ledderwagen
mit
dat
de
Binnelboom
achtern
fastbunnen
is
Etymologie:
Samensteld woord gevormd door:
achter
+
Reep
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen