Uitspraak in het Plat: /bɪnəlbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bin·nel·boom
Pluralis: Bin­nel­bööm m de Bin­nel­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Bin­nel­bo­men m de Bin­nel­boom
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: binnen + Boom