Uitspraak in het Plat: /tɾɛplɛdɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Trepp·led·der
Pluralis: Trepp­led­dern f de Trepp­led­der
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Trepp + Ledder