Uitspraak in het Plat: /zaɪ̯lmɔːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Seil·ma·ker
Pluralis: Seil­ma­kers m de Seil­ma­ker
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Seil + Maker