Uitspraak in het Plat: /buːtn̩mɪnʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bu·ten·minsch
Pluralis: Bu­ten­min­schen m de Bu­ten­min­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: buten + Minsch