zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schum·mern
Niet gebruikt het pluralis n dat Schum­mern
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Dämmerung Meer tonen
Voorbeelden:
In’t Schummern kaamt de Ulen rut.

Etymologie:

Woord afgeleid van: schummern
Identieke woorden ››› schummern ❔︎