Uitspraak in het Plat: /tɪməɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tim·me·ree
Pluralis: Tim­me­re­en f de Tim­me­ree
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He hett Timmeree lehrt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: timmern + -ee