Uitspraak in het Plat: /tɪmɐman/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tim·mer·mann
Pluralis: Tim­mer­lüüd m de Tim­mer­mann
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Jesus weer de Söhn von en Timmermann.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: timmern + Mann