Uitspraak in het Plat: /hantva͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hand·wark
Pluralis: Hand­war­ken n dat Hand­wark
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He hett dat Handwark von en Discher lehrt.
[2]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hand + Wark