Uitspraak in het Plat: /ka͡ɐkn̩blat/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kar·ken·blatt
Pluralis: Kar­ken­blä­der n dat Kar­ken­blatt Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Kar­ken­bla­den n dat Kar­ken­blatt
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Blatt, dat von en gröttere Karkengemeenschop utgeven warrt

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kark + Blatt