Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐdɔktəɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wa·ter·dok·ter
Pluralis: Wa­ter­dok­ters m de Wa­ter­dok­ter
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Water + Dokter