Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
bossig
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/bɔsɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
bos·sig
bossiger
bossigst
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „bossig”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 1, pagina 266
Nedersaksisch:
argerlich
,
butt
Nederlands:
boos
vertoornd
toornig
verbolgen
Engels:
angry
mad
Duits:
ärgerlich
böse
erbost
zornig
Voorbeelden:
Se
keek
mi
ganz
bossig
an
.
Etymologie:
Woord afgeleid van:
-ig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.