Uitspraak in het Plat: /a͡ɐɡɐlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ar·ger·lich
ergerlicher ergerlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Blomen sünd mi all ingahn. — Ach, dat is doch argerlich.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Nu warr ik bilütten argerlich!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Arger + -lich