Uitspraak in het Plat: /bɔtɐʃœtəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bot·ter·schöt·tel
Pluralis: Bot­ter­schöt­teln f de Bot­ter­schöt­tel
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Botter + Schöttel