Uitspraak in het Plat: /vaʃʃœtəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wasch·schöt·tel
Pluralis: Wa­sch­schöt­teln f de Wa­sch­schöt­tel
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: waschen + Schöttel