Getüdel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ɡɛˈtyː·dəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Ge·tü·del
Niet gebruikt het pluralis
n
dat Getüdel
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Akt
von
’t
Tüdelkraam
snacken
Nederlands:
nonsens
quatsch
geleuter
onzin
Engels:
hogwash
baloney
nonsense
Duits:
Getüdel
Spinnerei
Nonsens
Quatsch
Voorbeelden:
Dien
Getüdel
mag
ok
nüms
mehr
hören
!
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Dörenanner
Nederlands:
verwarring
Duits:
Durcheinander
Etymologie:
Samensteld woord gevormd door:
ge-
+
tüdeln
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen