Uitspraak in het Plat: /bʊkbɛɪ̯nɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: buck·be·nig
buckbeniger buckbenigst
[1]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Du büst so buckbenig as en olen Esel.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buck + benig