Uitspraak in het Plat: /bʊʃplɔu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Busch·ploog
Pluralis: Bu­sch­plöög m de Bu­sch­ploog
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Busch + Ploog