Uitspraak in het Plat: /hantzɔːˑç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hand·saag
Pluralis: Hand­sa­gen f de Hand­saag
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hand + Saag