Uitspraak in het Plat: /laŋbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lang·boom
Pluralis: Lan­g­bööm m de Lan­g­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Lan­g­bo­men m de Lan­g­boom
[1]
perifere woordenschat
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: lang + Boom