Uitspraak in het Plat: /ʃɪpɐmʏt͡s/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schip·per·mütz
Pluralis: Schip­per­müt­zen f de Schip­per­mütz
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schipper + Mütz