Uitspraak in het Plat: /bɾɔːkəlkœst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bra·kel·köst
Pluralis: Bra­kel­kös­ten f de Bra­kel­köst
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: braken + Köst