Uitspraak in het Plat: /ɡɛsvøˑy̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·swöög
Niet gebruikt het pluralis n dat Ge­swöög
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Nu överdriev dat nich mit dat Geswöög!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + swögen