Uitspraak in het Plat: /ɾɛɪ̯tdak/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Reet·dack
Pluralis: Reet­dä­cker n dat Reet­dack
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Reet + Dack