Uitspraak in het Plat: /haɪ̯fɪʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hai·fisch
Pluralis: Hai­fi­sch m de Hai­fi­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Hai
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hai + Fisch