Uitspraak in het Plat: /vɪnʃɡalɡn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Winsch·gal·gen
Pluralis: Win­sch­gal­gens m de Win­sch­gal­gen
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Winsch + Galgen