bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: fin·nig
finniger finnigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
clever Meer tonen
Duits:
findig Meer tonen
Voorbeelden:
Du hest doch en finnigen Kopp, överlegg di wat!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: finnen + -ig
Identieke woorden ››› finnig ❔︎