Uitspraak in het Plat: /anɐshaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: an·ners·haf·tig
andershaftiger andershaftigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: anners + -haftig