Uitspraak in het Plat: /ɡɛmɛɪ̯nʃɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·meen·schop
Pluralis: Ge­meen­schop­pen f de Ge­meen­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: gemeen + -schop