Uitspraak in het Plat: /pɾiːzʃɪlt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pries·schild
Pluralis: Pries­schil­ler n dat Pries­schild
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op dat Priesschild stünn en verkehrten Pries op.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Pries + Schild